In de 19e eeuw vluchtten veel componisten met hun onderwerpen uit de werkelijkheid. Zij koesterden een romantisch verlangen naar een onmogelijke liefde, waanden zich in het verleden of de toekomst. Romantische kunstenaars namen de vlucht uit de werkelijkheid soms letterlijk als een verlangen naar de dood ('Sehnsucht'), als verlossing uit het dagelijkse lijden.
Binnen deze thematiek werden door de grote Duitse componisten in de 19e eeuw prachtige koorwerken geschreven. Door deze zware thema's heen laten de componisten weten dat hoop en troost uiteindelijk het laatste woord zullen hebben.
Instrumentale medewerking werd gegeven door Gonny van der Maten, cantor-organist van de Oude Kerk te Soest.
Het programma:
- Max Reger (1873-1916): delen 1 en 3 uit 'Acht geistliche Gesänge' (opus 138)
- Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847): 'Mitten wir im Leben sind' (opus 23, nr. 3), 'Siehe der Hüter Israel' en 'Denn er hat seinen Engeln befohlen über dir' (beide uit oratorium 'Elias')
- Johannes Brahms (1833-1897): 'Warum ist das Licht gegeben' (opus 74, nr. 1), 'Wie lieblich sind deine Wohnungen' (uit: 'Ein deutsches Requiem') en 'Geistliches Lied', 'O Welt, ich muss dich lassen (orgelsolo, opus 122)
- Peter Cornelius (1824-1874): Requiem 'Seele, vergiß sie nicht'
- Robert Schumann (1810-1856): deel 3 uit 'Sechs Stücke in kanonischer Form' (orgelsolo, opus 56)