Na hun succesvolle samenwerking in 2011 gaven het St. Joris Kamerkoor en het Glasgow Chamber Choir o.l.v. Michael Bawtree resp. Bas Ramselaar opnieuw samen concerten in Nederland en Schotland. Op het programma stond deze keer muziek uit de 20e en 21e eeuw rond het thema ‘vespers’: het meditatief avondgebed van de kerk. Rien Donkersloot bespeelde het orgel.
Het slot van het concert vormen de vespers uit de 'All-night vigil' opus 37’ van Sergej Rachmaninov, d.w.z. de eerste zes delen: de ‘echte’ vespers (de andere delen hebben betrekking op de metten en de priem). Daarnaast werken van andere componisten die zich door de vesperteksten hebben laten inspireren: de Zweedse componist Otto Olsson (1879-1934) met zijn ‘Zes Latijnse hymnen’ uit 1919 (door beide koren) en Wijnand van Klaveren (*1975), die zijn ‘Magnificat’ (2008) en ‘Nunc dimittis’ (2010) heeft opgedragen aan het St. Joris Kamerkoor en Bas Ramselaar.
Op het programma stonden verder (door beide koren) ‘Hymn to St. Cecilia’ van Benjamin Britten en enkele delen uit de ‘Strathclyde Motets’ (door het Glasgow Chamber Choir) van de Schotse componist James MacMillan (*1959), in Nederland ook bekend door zijn optredens bij de Nederlandse radio-orkesten.
Het concert van zaterdagavond 22 maart werd gegeven in de monumentale Sint-Joriskerk, de thuisbasis van het St. Joris Kamerkoor, te Amersfoort, waarin deze kerkmuziek zeer tot zijn recht komt. Het concert werd in iets kortere versie herhaald op zondagmiddag 23 maart in de Martinikerk te Doesburg, waar het St. Joris Kamerkoor al enkele malen eerder concerteerde.